Onze geest is geen machine: over de problemen met de wetenschappelijke psychologie

Een pleidooi voor een transcendente psychologie

Door: Robert Haringsma


 

De psychologie is in de greep van de wetenschap. Wat begon als een bewonderenswaardige poging om ware van onware kennis te scheiden binnen de psychologie, is helaas geëindigd in een dictatuur die maar een soort kennis toelaat.

Met verschrikkelijke gevolgen.

Ik begrijp dat die laatste zin wat pompeus klinkt, maar ik denk dat het moeilijk te overschatten is hoeveel schade het wetenschappelijke denken in de psychologie heeft aangericht.

In dit stuk wil ik vooral een diagnose stellen: uitleggen waar het fout is gegaan, wat er fout is gegaan en waarom het fout is gegaan. Maar voor het zover is, moeten we eerst wat voorwerk doen. Allereerst over de wetenschap in het algemeen: Wat is dat eigenlijk? Pas als dat helder is, kan ik uitleggen waarom zij zoveel schade heeft aangericht, juist in de psychologie.

WAT IS WETENSCHAP?


 

Gek genoeg is dit een moeilijk te beantwoorden vraag. Er is simpelweg niet 1 geldende definitie van wat wetenschap is.

Een manier om het uit te leggen is door te zeggen dat het een methode is om objectieve kennis te verwerven.

Methode: Het brokje kennis “De aarde draait om de zon” is op zichzelf niet wetenschappelijk. Het is wetenschappelijk onderbouwd in de zin dat de wetenschappelijke methode heeft aangetoond dat deze stelling waar is. De wetenschappelijke methode is een verzameling middelen die gaat van hypothese, naar experiment, naar theorie, naar falsifiĂ«ring, etcetera.

Objectief: Dat ik Liverpool leuker vind voetballen dan NEC is geen wetenschappelijke uitspraak. Kan het ook nooit worden. Wetenschap is op zoek naar de manier waarop de wereld werkt, buiten persoonlijke meningen en sentimenten om. Dit doet het bijvoorbeeld door theorieën en wetten te formuleren die verklaren hoe de wereld werkt.

Kennis: fundamentele wetenschappers willen gewoon weten hoe dingen werken en toegepaste wetenschappers gaan met die kennis aan de slag om invloed uit te oefenen op de wereld. Met kennis bedoelen we dat je weet hoe dingen werken, zodat je verschijnselen kunt begrijpen en, waar mogelijk, er ook invloed op uit kunt oefenen.

Wetenschap hanteert hierbij een aantal aannames:

  • De wereld bestaat objectief: Er is een werkelijkheid die onafhankelijk van onze waarneming bestaat.
  • Die werkelijkheid is mechanistisch: Hij verloopt volgens vaste wetten en is daardoor begrijpelijk en voorspelbaar.
  • Natuurlijke verklaringen volstaan: We hebben geen bovennatuurlijke krachten nodig om verschijnselen te verklaren.

Dit is een mooi moment om te stellen dat ik absoluut niet anti-wetenschappelijk ben. Deze set van instrumenten en manieren om over onze wereld na te denken, heeft ons leven in een enorme stroomversnelling gezet en er is geen tijd waarin ik liever had geleefd dan de onze.

Tegelijkertijd heeft wetenschap nooit gepretendeerd dat het “de waarheid” in pacht heeft. Althans: genoeg mensen hebben dat gepretendeerd, maar het volgt niet uit de basisbeginselen van de wetenschappelijke methode.

Voor mij is dit de kern van dit stuk: wetenschap kan ongelooflijk veel, maar altijd binnen het speelveld dat ze zelf heeft afgebakend. Alles wat meetbaar en voorspelbaar is, wordt door haar verhelderd. Maar uit dezelfde beperking volgt dat er terreinen zijn waarover ze niets kan zeggen. Welke dat zijn, laat ik in het volgende deel zien

GATEN IN DE WETENSCHAP


 

Zoals gezegd gaat de wetenschap ervan uit dat je alles wat je kunt waarnemen, wetenschappelijk kunt onderzoeken. Er zijn echter een aantal belangrijke onderdelen van ons bestaan, misschien wel de belangrijkste, die je niet kunt waarnemen. Ik noem dat hier “gaten” in de wetenschap. Je zou het ook "blinde vlekken" kunnen noemen zoals men doet in dit boek dat ongeveer dezelfde claims maakt als ik in dit stuk:

 

Gat 1: De “Waarom kloof”

De meeste niet-religieuze mensen denken dat de wereld “gewoon” bestaat uit een verzameling moleculen die zonder doel reden of doel zijn ontstaan na de oerknal.

Dit is geen wetenschappelijk feit, maar een aanname.

Hume schreef in 1740 al dat er een “is-ought” probleem bestaat. We kunnen met behulp van de wetenschappelijke methode wel beschrijven hoe de wereld is, maar we kunnen niet beantwoorden waarom de wereld zo werkt.

Dat lijkt misschien een beetje een achterhoede gevecht. Als je zoiets op een verjaardag zegt zullen mensen hun schouders ophalen en misschien zelfs een beetje lacherig doen. Als je iets niet kunt meten, kun je er immers beter niets over zeggen.

Dat is echter een houding die is ingegeven door de wetenschappelijke manier van denken. Eerst zei de wetenschap: “We onderzoeken alleen wat we kunnen meten.” Maar al snel werd het: “Wat we niet kunnen meten bestaat niet.” Zo is de wetenschap er ongemerkt in geslaagd om ons het grootste mysterie van het bestaan, dat we hier ĂŒberhaupt zijn, te doen negeren.

Gat 2: The hard problem of consciousness

Een ander “gat” in de wetenschap is The Hard Problem Of Consciousness.

Dit gaat erover dat we enigszins kunnen beschrijven hoe onze hersenen werken, maar we kunnen niet verklaren waarom en hoe deze bewustzijn veroorzaken.

Bewustzijn is een lastige term. Als je dit nu leest op je mobiel, zie je dat apparaat voor je. We zijn gewend om aan te nemen dat wat we zien de mobiel is. Maar wat je eigenlijk ziet, is de mentale representatie van die mobiel. De mobiel is er natuurlijk echt, maar wat je ervaart is een continu 3D model van de wereld dat je hele wakende leven “aan” staat en waar geuren, gedachten en gevoelens in verschijnen. Dat noemen we je bewustzijn.

Dat bewustzijn is niet gemaakt van moleculen, protonen of quarks, maar het is er wel degelijk zoals je nu, terwijl je dit leest, kunt ervaren. We kunnen je in de FMRI scanner schuiven en meten welke hersenactiviteit je vertoont als je dit stuk leest. Of we kunnen meten welke stoffen er daarbij in je lichaam vrij komen. We kunnen echter niet meten welke ervaring dat voor jou oplevert en we kunnen bovendien niet verklaren waarom die ervaring er ĂŒberhaupt is.

Ook dit is geen strohalmargument waar wetenschapsontkenners zich aan vastklampen. Het is niet overdreven om te stellen dat dit al decennia een van de meest levendige debatten in de gehele wetenschap is. Met de opkomst van AI is men weer volop in discussie over de vraag of een computer ooit echt bewust genoemd kan worden als het niet het soort bewustzijn heeft als wij hebben.

 

Gat 3: Het waardeprobleem

Een ander probleem met wetenschap is dat het geen uitspraken kan doen over waarheid, schoonheid en goedheid.

Waarheid: is hier jouw persoonlijke waarheid. Hoe een auto werkt, is een wetenschappelijke waarheid. Maar welke auto jouw voorkeur geniet (of welke club je graag ziet voetballen), is een persoonlijke waarheid die we nooit wetenschappelijk kunnen verklaren. Want wetenschap is nu juist een poging om de werkelijkheid te beschrijven zonder daar persoonlijke voorkeuren in mee te nemen.

Schoonheid: we kunnen beschrijven welke dingen mensen over het algemeen mooi vinden, maar we kunnen nooit helemaal verklaren en voorspellen welke dingen jij precies mooi gaat vinden. Er is tot op heden dan ook geen kunstrobot die met exacte precisie nr. 1 hits kan schrijven.


Goedheid: het is algemeen geaccepteerd dat wat ethisch goed is, niet verklaard kan worden door de wetenschap. Als we in een toevallig ontstaan universum leven, wat maakt het dan eigenlijk uit of we onze buurman overhoop schieten na een ruzietje? We hebben een diep gevoelde intuïtie over wat goed, rechtvaardig en moreel is. We kunnen deze intuïtie echter niet onderbouwen met wetenschappelijke “feiten”.

En nee, ook dit is geen klein puntje waar de wetenschap nog wel eens een oplossing voor gaat vinden. Van Plato en Aristoteles, via Kant en William James, Husserl en Heidegger naar Wittgenstein en Berlin bestaat er een consistente traditie waarin de grootste denkers waarschuwen dat empirische wetenschap geen toegang heeft tot de domeinen van waarheid, schoonheid en het goede.

Er zijn dus drie "gaten" in de wetenschap: 

  1. We weten niet waarom alles is zoals het is
  2. We kunnen niet verklaren wat het bewustzijn is en waarom het er is
  3. Wetenschap kan nooit uitspraken doen over het ware, het goede en het schone.

In veel wetenschappelijk blijven deze gaten theoretisch. In de psychologie worden ze echter direct voelbaar. Daarover gaat het volgende deel.

 

HET PROBLEEM MET DE WETENSCHAPPELIJKE PSYCHOLOGIE


 

Als je een wetenschapper bent die een raket moet maken, een huis moet bouwen of een chip moet ontwerpen, heb je weinig last van de problemen uit het vorige hoofdstuk. Dit soort opdrachten is waar de wetenschap perfect voor is en waar ik het enorm dankbaar voor ben. Stel je maar eens een leven voor zonder pijnstilling, waterzuivering of elektriciteit.

In de psychologie kom je bovenstaande problemen echter duidelijk wel tegen. De kern van het menselijke bestaan, de waarde ervan, de magie, bevindt zich precies op de plekken waar de wetenschap niet kan komen.

De waarom-vraag ligt ten grondslag aan alles wat we doen, we ervaren alles via ons bewustzijn en we hebben diepgevoelde intuĂŻties over het goede, het schone en het ware die zo belangrijk voor ons zijn dat we in sommige gevallen bereid zijn ons leven er voor te geven. Het lijkt vooraf dus al ingewikkeld om onze menselijkheid te onderzoeken door alleen de wetenschappelijke methode te gebruiken.

Nu zou je nog kunnen verdedigen dat je zegt: “Psychologie is het onderzoek naar de onderdelen van de psyche die we wel kunnen meten.” En je kunt hoogstwaarschijnlijk een grondlegger van de wetenschappelijke psychologie aanhalen die het project met die insteek is begonnen. Feit is dat deze insteek al snel veranderd is in: “Iedereen die durft te praten over wat we niet kunnen meten is een charlatan en staat ongeveer gelijk aan Jomanda.”

In de psychologie is de stap gemaakt van “De wetenschap is een methode om een specifiek soort kennis mee te ontwikkelen” naar “De wetenschap is de waarheid”.

Deze stap heeft een aantal desastreuze effecten gehad op psychologie in het algemeen en de therapie in het bijzonder. Ik zal er hier een aantal noemen die mij het meest opvallen en tegenstaan:

Weg van de ervaring:

Een van de problemen van de wetenschappelijke psychologie is dat ze zowel de psycholoog als de cliĂ«nt wegtrekt van de ervaring. In de wetenschap telt iets pas als kennis wanneer het uit data blijkt. Je moet dus eerst duizend mensen onderzoeken, vaststellen dat iets gemiddeld genomen zo werkt, en pas dĂĄn mag je het ‘waarheid’ noemen.

Vervolgens wordt die kennis in de therapiekamer aan de cliĂ«nt gepresenteerd: “Onderzoek wijst uit dat mensen in jouw situatie vaak zus of zo doen.” De cliĂ«nt neemt dat aan, plakt het als het ware bovenop zijn eigen ervaring, en probeert zichzelf nu vanuit dat kader te begrijpen.

Maar let op wat er in dat proces ontbreekt: de ervaring zelf. Niemand heeft in deze therapievorm stilgestaan bij wat er zich nĂș, hier, in deze persoon afspeelt. De levende ervaring is weggefilterd uit het gesprek en komt er ook niet meer in terug. Er worden nieuwe, “betere” abstracties toegevoegd aan de bestaande, maar er komt nooit een terugkeer naar vragen zoals: “Hoe is dit nu voor jou? Op dit moment? Zoals je hier zit? In je lichaam?”

Als je dat niet zo’n probleem vind, wil ik je er op wijzen dat we voor praktisch elke belangrijke beslissing in ons leven alleen maar bij onze eigen ervaring te rade kunnen gaan. Van partnerkeuze, morele vraagstukken en loopbaanvraagstukken tot aan wat je vanavond gaat eten. De antwoorden op deze vragen kunnen alleen maar uit je eigen ervaring komen.

Bovendien zorgt dat weggaan bij de ervaring ervoor dat we allemaal vanuit ons hoofd gaan leven. Ik noem dat:

De tirannie van het denken:

Teveel denken is niet zomaar een verkeerde inzet van energie. Het is een activiteit die de potentie in zich heeft om je leven te verwoesten. En laat dat nu net zijn waar veel mensen zich bij de therapeut mee aanmelden.

Talloze aandoeningen – paniekstoornissen, gegeneraliseerde angststoornissen, depressies, slaapstoornissen en hypochondrie – zou je kunnen beschrijven als een stoornis waarbij teveel nadenken de klachten versterkt of zelfs veroorzaakt.

Veel therapiemethoden geven als genezing het voorstel om nog meer te gaan denken, maar dan anders. Natuurlijk vooral de cognitieve therapie en aanverwante methoden als de schematherapie en metacognitieve therapie (die teveel denken probeert tegen te gaan door beter te gaan denken over je denken).

En als er toch oefeningen worden ingezet, worden die ingezet zoals je een medicijn inzet. Doe dit en dan knapt het wel op. Veel minder: ga nu eens ervaren hoe dit voor je is als je deze oefening doet.

In therapie zorgt dit voor “dead end discussions” zoals Gendlin het noemt . Een oneindig uitbreidende verkenning van alle mogelijke manieren om tegen een probleem en tegen het leven aan te kijken, zonder ooit te komen bij de kern waar het antwoord zou kunnen liggen: de eigen ervaring:

“Aan de ene kant
 Maar aan de andere kant
 Chatgpt zegt
 Maar dan denk ik weer
 Als ik het er met jou over heb
 Terwijl ik dan weer in een boek lees
 En als ik het probeer vraag ik me direct af
 Terwijl je dat natuurlijk ook zo zou kunnen zien
 En dan kun je wel zeggen dat het uit mijn opvoeding komt, maar wat nu als ik gewoon zo ben
" etcetera, etcetera. Een ondoordringbare laag gedachten die alle toegang tot de ervaring volledig dichtsmeert.

We weten dus dat te veel denken een oorzaak is van veel psychologische problemen en tegelijkertijd worden we als psycholoog gedwongen om de wereld te bekijken door een bril van theorie, omdat we meer behoefte aan voorspelbaarheid en controle hebben dan de rijke werkelijkheid ooit kan bieden. Wat dat betreft zou je het wetenschappelijke bedrijf binnen de psychologie als een soort vleesgeworden gegeneraliseerde angststoornis kunnen zien.

Onttovering van de wereld:

Het idee dat de wereld een doelloze machine zonder betekenis is, heeft een enorm negatief effect gehad op onze levensbeschouwing. De hele existentiële filosofie is in mijn ogen veroorzaakt door het idee dat we op een zielloze, koude, onverschillige wereld leven. Terwijl we dat op zijn minst niet weten en op zijn best kunnen ervaren dat dit niet zo is. Als we althans een beetje ruimte maken voor de ervaring en ons niet laten regeren door ons denken over die ervaring.

In zijn boek “On Mysticism” beschrijft de filosoof Simon Critchley wat we doen onder het juk van de wetenschappelijke dictatuur:

Stel je voor dat je op enige moment in een bos wandelt en het licht valt precies zo door het bladerdek dat er iets in je geraakt wordt. Noem het ontroering, herkenning, of zo je wilt een mystieke ervaring. Op dat moment kun je zeggen: “Ik heb vanochtend ook weinig gegeten.”, “Dit is maar “gewoon” een prettig momentje.” of “Dit zal wel te maken hebben met het overlijden van mijn vader 15 maanden geleden.” En met die gedachten metsel je de ervaring direct dicht en zullen er weinig pogingen volgen om dichter bij dat gevoel te komen of om dat gevoel serieus te nemen als een essentieel onderdeel van de menselijke ervaring.

Wanneer je dus eenmaal denkt dat de wereld zielloos, koud en richtingloos is, zul je hem ook zo ervaren. De wetenschap heeft echter niet ontdekt dat de wereld zielloos is, want dat ligt per definitie buiten haar bereik, maar ze heeft de wereld hoogstpersoonlijk zelf van een ziel ontdaan. Ze heeft, zoals Weber dat noemde, gezorgd voor een onttovering van de wereld.

Maakt van mensen een middel:

Zoals we hebben gezien, kan de wetenschap alleen maar uitspraken doen over hoe dingen werken zodat je ze kunt manipuleren. Ze kan ons helpen steeds betere wegen te bouwen, maar nooit vertellen waar die wegen naartoe zouden moeten leiden. Een wetenschappelijke psychologie beschrijft mensen dus logischerwijs ook alleen als dingen waarvan we de werking kunnen leren begrijpen zodat we hun functioneren kunnen bijsturen en optimaliseren.

Dat heeft als resultaat dat veel van de klinische psychologie inmiddels is verworden tot een soort arbeidspsychologie die mensen louter weer fit genoeg maakt om hun rol in het systeem te spelen.

Filosoof Byung-Chul Han beschrijft dat dit zelfs zijn uitwerking heeft gehad op ons zelfbeeld. De moderne mens ziet zichzelf door de afwezigheid van enig mogelijk zinvol doeldenken als een permanent “prestatieproject”. Het idee van waarde bestaat simpelweg niet binnen het wetenschappelijk denken en wetenschappelijke kennis is de enige geldende kennis en dus bekijken we alles vanuit het perspectief van bruikbaarheid.

Zelfontwikkeling wordt zo louter het versterken van de machine die moet blijven draaien. Optimalisatie, “de beste versie van jezelf worden”, is nu een doel op zichzelf geworden. Intussen blijft de vraag naar het eigenlijke doel van al die inspanning buiten beeld.

Dit is een directe oorzaak van klachten als faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, mannen die zelfmoord plegen als ze hun baan verliezen, etcetera. Het is moeilijk om je voor te stellen hoe je onder dit soort problematiek uitkomt zonder de onderliggende uitgangspunten ter vrage te stellen.

Hoe kun je iemand overtuigen dat hun leven de moeite waard is, als je tegelijkertijd gelooft dat het hele fenomeen “waarde” niet bestaat?

Hoe kun je mensen ooit aanleren om waarde te ervaren als je hen tegelijkertijd aanleert dat de ervaring ten alle tijde verdacht is?


Stigmatisering van andere vormen van weten:

Spirituele ervaringen of mystieke inzichten worden door de wetenschap vaak weggezet als illusies of bijgeloof. Er is immers geen god te meten, dus bestaat hij niet. Wie er wél iets mee probeert te doen, loopt al snel het risico voor idioot uitgemaakt te worden.

Terwijl ik dit schreef, realiseerde ik me dat veel van wat ik over wetenschap heb geleerd eigenlijk afkomstig was van mensen die zich vooral afzetten tegen geloof. Veel populaire verhalen over evolutie zijn niet alleen beschrijvingen van deze theorie, maar verkapte betogen tegen religie. En eerlijk gezegd kan ik dat ook wel volgen: ik heb zelf ook weinig zin om me de les te laten lezen door een man in een jurk. Maar er is óók zoiets als een directe spirituele ervaring, zonder dogma’s of voorschriften en het zou zonde zijn om dat kind met het badwater weg te gooien.

Wetenschappers doen wat dat betreft regelmatig denken aan iemand die midden in een concert opeens het licht aandoet en roept: “Rustig maar, het zijn alleen maar geluidsgolven hoor!” Feitelijk klopt die uitspraak gewoon niet, want er is behalve geluidsgolven ook je ervaring. Maar erger is het nog dat die uitspraak de potentie heeft om een magische muziekbeleving totaal te ruïneren.

Precies zo werkt het als je in de psychologie zegt “die ervaring van liefde is maar een beetje oxytocine” of “dat gevoel voor rechtvaardigheid was gewoon evolutionair handig toen we in groepen gingen leven”. Je begrijpt toch zelf ook wel dat dit soort uitspraken er in principe voor kunnen zorgen dat we maar niet meer gaan liefhebben en samenwerken?

Wanneer we de ervaring zelf weer erkennen als een legitieme bron van waarheid, zetten we inderdaad de deur open naar bijgeloof, fundamentalisme en dwaalwegen. Het maakt echter ook mogelijk dat we weer een klein beetje feeling krijgen met wat het leven de moeite waard maakt.

 

WAT IS HET ALTERNATIEF?


 

Voor de zekerheid nogmaals: dit stuk is niet anti-wetenschappelijk. Ik schrijf het op een computer en wordt daarbij geholpen door een alwetende robot, dus ik ben volslagen pro wetenschap.

Het is ook niet mijn bedoeling om de psychologie onwetenschappelijk te maken. Waar ik voor pleit is om te erkennen dat wetenschap niet de enige vorm van kennis is juist in de psychologie en al helemaal in de therapie. 

Ik heb ook geen kant en klare visie op hoe de wereld dan precies in elkaar zit. Als oud nobelprijswinnaars daar niet uitkomen, waag ik me er al helemaal niet aan. Bovendien lijkt het ook in strijd met wat ik hiervoor gezegd heb. 

Wat me beter lijkt is om een aantal praktijk voor te stellen, dingen die je kunt doen, die je kunnen helpen om de inzichten van dit stuk zelf te gaan ervaren. Dan weten we gelijk ook zeker dat je inzicht niet alleen theoretisch blijft.

Ontwikkel het lichaam

Als je me dit stuk vijf jaar geleden had laten lezen, had ik het zuchtend en schouderophalend terzijde gelegd. Goede argumenten, maar nogal van het soort waar filosofen zich mee bezig houden. 

Pas toen het voelen op gang begon te komen, klikte het allemaal. Je kunt honderd keer zeggen dat je ervaring iets te vertellen heeft, maar pas als je het ervaart gaat het kwartje echt vallen. Oftewel: je kunt niet louter intellectueel begrijpen dat je intellect niet de enige bron van kennis is. 

Gelukkig is er een renaissance bezig van lichaamsgerichte therapievormen. Focussing, EFT, IFS, Pesso en ook de heropleving van psychodynamische methoden schaar ik hieronder. Tel daar de opleving van psychedelica nog bij op, die bijna op bestelling religieuze ervaringen creëren. Hoe meer mensen zich hiermee bezig gaan houden, hoe groter de vraag zal worden naar andere manieren om de wereld te begrijpen dan louter via theorie.

Neem de ervaring weer serieus

De wetenschap kan heel goed beschrijven hoe de wereld objectief in elkaar zit. Het beschrijft het speelveld waarop we ons begeven. Een deel van dat speelveld is ons lichaam. Ook daar kan de wetenschap ons veel over vertellen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat voldoende slaap, gezond eten en regelmatig sporten ervoor zorgt dat je je over het algemeen prettiger voelt.

Wanneer dat allemaal wel snor zit, is het therapeutisch gezien in ieder geval hoog tijd om naar de ervaring te gaan. Iedereen die ooit ook maar een halve poging heeft gedaan om cognitief gedragstherapeutisch te werken, herkent de volgende uitspraak: "Ik begrijp het wel, maar ik voel het niet." De neiging is dan vaak om nog wat meer kracht te zetten om dit gevoel intellectueel de baas te worden. 

Een andere manier om therapie te geven is om de ervaring van dat gevoel te onderzoeken. Waar zit dat gevoel in je lichaam? Wat wil dat gevoel zeggen? Wat is de waarheid van dat gevoel?

Als je dat doet, breng je de cliënt weer in contact met de eigen ervaring. Dat kan al direct heel veel helderheid opleveren. Niet alleen omdat ervaring een betere leermeester is dan theorie, maar ook omdat bepaalde problematiek geen theoretische oplossing heeft. 

Moedig therapeuten dus aan om hun eigen ervaring te onderzoeken. En dan niet met als enige doel om hun denkfouten te ontdekken, maar met name om hun eigen wijsheid te ontwikkelen. Zodat ze daar vervolgens hun cliënten weer mee kunnen helpen.

Maak ruimte voor mystieke ervaringen

Wanneer je het contact met je lichaam zo ontwikkeld hebt dat je volledige toegang hebt tot je ervaring, gaan er geheid dingen gebeuren die niet passen in het mechanistische wereldbeeld. 

  • De ervaring dat er energie door je lichaam stroomt
  • De ervaring dat je onverklaarbare voorkeuren hebt
  • Dromen waarvan het lijkt alsof ze je iets duidelijk willen maken
  • Beelden of metaforen die ineens opkomen en je richting geven
  • Mystieke momenten waarop je lijkt in te tunen op de grond van het bestaan

Met wat introspectie wordt het ook steeds duidelijker dat de psyche en het bestaan veel te ingewikkeld zijn om echt te begrijpen. Intunen op je ervaring is dus niet alleen een mooi extra hulpmiddel voor een zinvol leven, maar het is het enige echte alternatief.

Wat je nu ziet als een rationeel leven, blijkt na wat reflectie slechts een laagje rationalisatie bij je diepere emotionele voorkeuren. Een volledig evidence based leven zou je een zielloze robot maken waaraan alles mist wat het leven voor jou de moeite waard maakt.

Als je deze drie stappen maakt, beloof ik dat je visie op wat de psychologie is, wat de wereld is en wat dit leven is, totaal veranderd zijn. En dan mag je mij wanhopig (of triomfantelijk) opbellen om te vertellen dat je er ook helemaal niets meer van snapt, maar dat het fantastisch is.

Â